Moscow will burn is een volledig handgemaakt zine over Tbilisi (Georgië) in tijden van oorlog. De stad werd in korte tijd overspoeld met een grote hoeveelheid vluchtelingen afkomstig uit buurland Rusland, dat een brute oorlog is begonnen.Het levert een interessante mix van mensen op en een sfeer die niet altijd even goed is: lang niet alle Georgiërs zitten op de Russen te wachten.
Forensen in de metro van Tbilisi.
Op 24 februari 2022 viel Rusland buurland Oekraïne binnen. Vanaf dat moment was de wereld voorgoed veranderd. De russofobie nam overal snel toe, ook in buurland Georgië, dat vroeger onderdeel uitmaakte van de Sovjet-Unie en waar tot op de dag van vandaag nog altijd veel Russisch wordt gesproken.
Na het uitbreken van de oorlog vluchtten er meer dan honderdduizend Russen naar Georgië, waarvan het grootste deel naar de hoofdstad Tbilisi. De precieze redenen om te vluchten verschilden, maar veel bewoners van Tbilisi zaten bepaald niet te wachten op de komst van zoveel Russen. Het gevolg is een stad waar mensen wonen met totaal verschillende achtergronden en opvattingen. En ondanks die verschillen zal iedereen samen moeten leven.
Moscow will burn beschrijft zes ontmoetingen in Tbilisi, in zowel foto’s als teksten. Met Georgiërs én met Russen. Uiteindelijk ontkomt niemand aan de oorlog, ook al vindt die een stuk verderop plaats.
Het zine is gemaakt om gratis weggegeven te worden, maar een kleine donatie (naar eigen inzicht) waardeer ik zeer. Het maken ervan heeft me veel papier, inkt en uren gekost. Veel dank!
Moscow will burn is met de hand gemaakt: de foto’s en teksten zijn thuis geprint, het papier is op maat gesneden en elk exemplaar is bewerkt met verf. Geheel in de geest van de tien Twisted Streets zines (2006 – 2011).
De tools die nodig zijn om Moscow will burn te maken. Niet afgebeeld: printer, computer en snijmachine.
Elk exemplaar is met de hand gemaakt en is dus nét een beetje anders.
Sinds het losbarsten van de ‘speciale militaire operatie’ is het Russisch een taal waar bloed aan kleeft. In Georgië, dat vroeger onderdeel uitmaakte van de Sovjet-Unie, spreekt en verstaat een groot deel van de bevolking Russisch. Maar tijden veranderen en vooral de jeugd weigert het nog te spreken. Op steeds minder scholen in Georgië wordt überhaupt nog Russisch onderwezen.
De letter waarin de verhalen zijn geprint is de Founders Grotesk Mono (Regular) van Klim Type Foundry. Het is dezelfde letter die gebruikt werd in Geordende droefheid, mijn vorige publicatie uit 2020.
In het zine zitten drie soorten papier: de foto’s zélf zijn geprint op Hahnemühle German Etching (310 grams, 100% katoen), de verhalen op romandrukpapier (90 grams) en de Russische tekst is met bloedrode verf geschreven op courantpapier (49 grams). Het inpakpapier is van het Praxis-huismerk.
De achterkant van Moscow will burn. Afmetingen: 14 bij 8 centimeter. Hij is ongeveer anderhalve centimeter dik.
Het cameramannetje dat op het omslag staat, is getekend door Erik Sjouerman van Heyheydehaas.
Een piepklein afdrukje van een foto die ik aan het begin van mijn reis maakte. Op een houten bouwbord in het centrum van Tbilisi zag ik in roze letters MOSCOW WILL BURN staan. Vanaf dat moment stond de titel van het zine vast.
Gestempelde en geverfde onderdelen van Moscow will burn liggen te drogen.
Twee ingepakte exemplaren van Moscow will burn, klaar om verzonden te worden.
Myrs en zijn kameraden
In Moscow will burn staan zes ontmoetingen beschreven. Een van die ontmoetingen was met Myrs en zijn kameraden:
[…] In september 2022 vond in Rusland de eerste grote mobilisatieronde plaats om jongemannen als soldaten richting Oekraïne te kunnen sturen. Myrs (24) en zijn kameraden zagen dit niet zitten en vluchtten naar Tbilisi waar ze tot op de dag van vandaag wachten tot de oorlog voorbij is en ze weer terug naar hun families in Rusland kunnen gaan. De zeven jongens zijn collega’s van elkaar; ze werken allemaal als ICT’er voor dezelfde Russische startup. Uit cijfers van de Georgische regering blijkt dat een groot deel van de gevluchte Russen in de ICT werkt. In die branche kan op afstand gewerkt worden, dus er is gewoon sprake van een inkomen. Trouwens, in Tbilisi is het leven zo slecht nog niet: het is er minder koud dan in Moskou. En er is meer natuur. Meer vrijheid ook. En minder hardnekkige principes. Over dat laatste trad Myrs niet in detail, maar ik kan me er iets bij voorstellen.
Lana en Natalie
Een andere ontmoeting was met Lana en Natalie, twee goede vriendinnen die in een nagelsalon werken:
Sinds twee maanden runnen Lana (20) en Natalie (26) een nagelsalon in Varketili, een van de armere buitenwijken van Tbilisi. Er wordt weleens gezegd dat Georgië het meest gastvrije land ter wereld is en terwijl ik door de straten van Varketili liep, heb ik dat aan den lijve ondervonden. Omdat het buiten flink stormde zocht ik een plek om te schuilen. Lana en Natalie zagen me vechten tegen de wind en nodigden me pardoes uit in hun salon. Koffie en chocolade werden per direct onder mijn neus geschoven, er werd muziek opgezet. Wat moet een stugge Hollander aanvangen met zo’n spontane waterval aan liefde en gastvrijheid? Ondervinden, ondergaan, opeten. […]
Links: wie goed kijkt ziet in de straten van Tbilisi behalve veel anti-Russische leuzen ook veel uitingen van neonazisme. Rechts: naast de nagelsalon van Lana en Natalie ligt kleuterschool nummer 45.
Een paar foto’s die niet in het zine staan
Nino (30) ontmoette ik in de gangen van het metrostation van de Technische Universiteit. Ze had haast, dus veel tijd om te praten was er niet. Nino is make-up artist en vertelde me perfect gelukkig te zijn in Tbilisi. De manier waarop ze gekleed ging deed me denken aan de manier waarop werkende Russische vrouwen vroeger vaak afgebeeld werden.
Army City, een afgelegen nieuwbouwwijk in het oosten van Tbilisi waar in korte tijd 39 identieke woontorens uit de grond zijn gestampt. In de nabije toekomst zullen er 1092 soldaten onderdak vinden, samen met hun families. Op het moment woont er nog geen ziel.
Nicat (links) en Elvin ontmoette ik aan de rand van het Rike park, een groot stadspark in het zuiden van Tbilisi. Ze zijn allebei twintig jaar en komen uit de regio Borchali, in het oosten van Georgië. Van oudsher wonen daar veel mensen uit Azerbeidzjan, dat aan Georgië grenst. Elvin spreekt Azerbeidzjaans, Turks, Russisch, Engels en de taal van het programmeren: zowel hij als Nicat zijn naar Tbilisi gekomen om te studeren voor software engineer.